Nói Albínói

De zeventienjarige Noi leeft bij zijn grootmoeder in een bevroren dorpje in het noorden van IJsland. Elke winter zijn de dorpsbewoners afgesloten van de rest van het land. Noi bestrijdt de verveling door op te gaan in zijn eigen fantasieën, waarin het meisje van het benzinestation de hoofdrol heeft. Is hij de dorpsgek of een overgevoelige jongen die zich niet bewust is van zijn eigen talenten?

Regisseur Dagur Kári schetst in zijn eerste, met prijzen overladen speelfilm een even droogkomisch als melancholisch portret van het benauwde leven in een afgesloten
gemeenschap. De ouderen drinken en zwijgen, de jongeren lijken zich zonder morren te schikken in de loop der dingen. Alleen Noi verzet zich tegen zijn omgeving en probeert op aandoenlijk onhandige manier zijn dromen te verwezenlijken.