Samenvatting
Salvador Dalí werd geboren in Figueres op 11 mei 1904, een klein stadje aan de voet van de Pyreneeën, zo’n 25 kilometer van de Franse grens, in Catalonië, Spanje. Zijn eerste tekenonderwijs kreeg Dalí op tienjarige leeftijd van een vriend van zijn vader, de impressionistische kunstschilder Ramón Pichet. Zijn eerste tentoonstelling vond plaats in Figueres. In zijn jonge jaren was Dalí geïnteresseerd in schilders als El Greco, Goya, Michelangelo en Velázquez. Hij richtte zijn aandacht in die tijd op het impressionisme en het kubisme. Dalí studeerde in Madrid van 1921 tot 1924. Al in die tijd was hij, waarschijnlijk om de aandacht op zich te richten, een excentriek figuur. In 1929 ging hij naar Parijs. Daar leerde hij Picasso en Breton kennen. In 1929 werd hij verwelkomd door Breton en sloot hij zich aan bij het surrealisme. Hij werkte er samen met onder anderen de cineast Luis Buñuel. In 1940 vestigde hij zich in de Verenigde Staten, waar hij 25 jaar zou wonen, waarna hij terugkeerde naar Spanje. Deze periode staat bekend als zijn "klassieke" periode. Hierin uitte hij zijn gedachten over de wetenschap en het geloof. In deze tijd maakte Dalí een serie van 18 grote schilderijen. Ook maakte hij enkele kunstjuwelen Dali werd door de Spaanse koning Juan Carlos in de adelstand verheven. Hij en Gala, zijn vrouw, werden markies en markiezin de Dalí de Pubol. Zij hadden geen kinderen en de titel is niet geërfd.
In 1982 stierf zijn vrouw en levenslange muze Gala Diakonoff, 89 jaar oud.
Op 23 januari 1989 stierf Dalí in de Galatea-toren van zijn museum in Figueres, waar hij de laatste jaren van zijn leven woonde. Hij werd daar ook begraven. Ook keek hij vooruit naar de wetenschappelijke ontdekkingen van zijn eigen tijd.
Bestellen
DVD |
|
Bestel!
|
Dvd, 1 disk, speelduur 130:00 minuten |
|