Ferdinand Maximiliaan Karel Leopold Marie van Saksen-Coburg-Gotha-Koháry, prins van Saksen-Coburg en Gotha, hertog van Saksen, was vanaf 1887 vorst en van 1908 tot 1918 tsaar van Bulgarije. Hij was de zoon van August van Saksen-Coburg-Gotha en Clementine van Orléans, een dochter van Lodewijk Filips. Naast monarch was hij ook schrijver, botanicus en postzegelverzamelaar.
Ferdinand werd op 7 juli 1887, tien maanden na het aftreden van zijn voorganger Alexander van Battenberg, door de Bulgaren tot soeverein vorst gekozen. Niemand verwachtte echter dat hij lang aan de macht zou blijven. Hij was de Oostenrijkse kandidaat voor Bulgarije en Rusland weigerde hem dan ook te erkennen. Bovendien was hij een Duits katholiek te midden van oosters-orthodoxen.
Op 20 april 1893 trad Ferdinand in het huwelijk met Maria Louisa van Bourbon-Parma, dochter van Robert I van Parma. Een jaar later werd zijn zoon en troonopvolger Boris geboren en katholiek gedoopt. Dit had hij namelijk zijn katholieke vrouw beloofd. Bovendien leek het Ferdinand opportuun om zijn onafhankelijkheid ten opzichte van de Orthodoxe Kerk te tonen. Uit dit huwelijk werden nog drie kinderen geboren: Cyril, Eudoxia en Nadejda.