Gregory Corso was één van de meest invloedrijke dichters van de Beat Generation.
Zijn jeugd deed echter niet vermoeden dat hij zo’n prominente positie in de literaire maatschappij zou verkrijgen. Zijn moeder, die 16 was toen Corso geboren werd, verliet het gezin een jaar na zijn geboorte en dit luidde een periode in waarin Corso veelal onderdak vond bij pleeggezinnen en in weeshuizen. Hij liep voortdurend weg en zijn carrière als kleine crimineel leidde uiteindelijk tot een veroordeling van drie jaar wegens diefstal.
In de Clinton State Prison vond er een belangrijke omwenteling plaats in Corso’s leven. Hij leerde de literatuur kennen en ontwikkelde een voorkeur voor de dichtkunst. In een interview met Contemporary Authors, zei Corso over zijn ervaringen in de cel: "When I left, I left there a young man, educated in the ways of men at their worst and at their best. Sometimes hell is a good place - if it proves to one that because it exists, so must its opposite, heaven exist". Corso vond zijn “heaven†in het schrijven van poëzie.
Hij werd in 1950 vrijgelaten en kwam in contact met Allen Ginsberg, William S. Burroughs en Jack Kerouac.
Links