Rokia Traoré is een met prijzen bekroonde Malinese zangeres, tekstschrijfster en gitaarspeelster.
Traoré is geboren in Mali als lid van de Bambara bevolkingsgroep. Haar vader was diplomaat, met als gevolg dat ze gedurende haar jeugd veel heeft gereisd, onder andere naar Algerije, Saoedi-Arabië, Frankrijk en België. Hierdoor werd ze blootgesteld aan een grote verscheidenheid van invloeden.
De Bambara hebben een traditie van griots, die muzikale optredens verzorgen tijdens huwelijken, ofschoon leden van de adel, zoals Traoré, worden ontmoedigd om als musicus op te treden.
Toen haar vader in Brussel was gestationeerd, doorliep Traoré het lyceum in Mali. In die tijd begon ze in het openbaar op te treden. In 1997, verbond ze zich met de Malinese musicus Ali Farka Touré, waarmee ze zich profileerde.
Haar eerste album Mouneissa werd uitgebracht in 1998 en werd toegejuicht voor zijn frisse insteek en voor de ongekende combinaties van de verschillende Malinese muziektradities, zoals het gebruik van de ngoni en de balafoon. Er werden in Europa meer dan 40.000 albums verkocht.
In 2000 werd haar tweede album Wanita uitgebracht. Traoré schreef en arrangeerde het gehele album.